+31 6 44180634 support@gertin.nl

Ons verhaal

Achtergrond
Mijn naam is Gerard Nederpel (1941). Eén van de dingen die mijn vrouw Tineke (1953) en ik gemeen hebben is ons geloof in God. God speelt een hele belangrijke rol in ons leven als onze Begeleider. Dat is ook wat wij delen met Jamin Muliru uit Kenia. Over de jaren hebben wij hem en zijn familie leren kennen als zeer godsvruchtige mensen. Dat is wat hen elke dag weer kracht geeft om te overleven. Dat zij dit, onder zulke leefomstandigheden, volhouden is iets waarvoor wij groot respect en bewondering hebben.

Mijn reis naar Kenia
Van 29 juli tot 6 augustus 2015 heb ik Jamin Muliru en zijn familie in hun ‘rural home’ in Kakamega County bezocht en in hun lemen huisje van ca. 5 x 6 meter, zonder stromend water of sanitair, gewoond (zie foto). Ik heb een goede indruk gekregen hoe zij, hun familieleden en buren daar wonen en (over)leven. Ik heb in mijn carrière veel gereisd en zo’n 68 landen bezocht, waaronder veel derde wereldlanden. Toch heb ik nooit de armoede van zo nabij meegemaakt. Deze ene week in West Kenia heeft op mij een onvergetelijke indruk gemaakt. Wat hebben wij, in vergelijking met hen, een fantastisch rijk leven hier in Nederland. Daarom zijn Tineke en ik in actie gekomen. Wij hebben de stichting Gertin opgericht om de kansarme mensen en kinderen te helpen om jiggers te verslaan.

Hoe armoedig is echte armoede?
Iemand hoorde ik ooit een keer op de TV zeggen dat wij in het westen soms bereid zijn om een klein gedeelte van wat wij hebben aan een goed doel te geven, terwijl arme mensen het kleine beetje dat zij hebben met elkaar delen. Dat is precies zoals Jamin en zijn broer Benard (Ben) altijd hebben geleefd. Zij denken eerst aan anderen en dan pas aan zichzelf. Dat werd mij heel duidelijk toen ik een paar keer met Ben sprak. Ben is 45 jaar oud en heeft een piepklein winkeltje langs de weg waar de rest van de familie Muliru woont. Hij is een enorm opgewekte vent die je altijd begroet met een brede glimlach op zijn gezicht (zie foto). Om een indruk van het alledaagse leven te krijgen, heb ik een aantal gesprekken met hem gevoerd. Eén van de dingen die ik wilde weten, was wat hij zoal verkocht en wat de prijzen daarvan waren.

De prijzen in het lokale winkeltje
Ben gaf mij de volgende informatie. ‘Cooking oil’ inkoop (per 20 liter) €25,00. Verkoop €36,00. Arme mensen hebben geen geld om 20 liter te kopen, dus verkoopt hij de olie in flesjes van 30cl, 50cl en één liter. Winst over 20 liter €11,00.
Maismeel (hun hoofdvoedsel) inkoop per zak van 2kg €1,00. Verkoop €1,20.
Suiker inkoop per 50kg €45,00. Verkoop per 1 kg €1,00. Winst over de 50 kg €5,00.
Een kop melk verkoopt hij voor €0,20, een ei voor €0,15 en een kindersnoepje is €0,05.
Ben werkt 7 dagen van de week, 365 dagen van het jaar, van 6 uur ‘s morgens tot 9 uur ’s avonds voor een inkomen van (houd u vast) €40,00 per maand.

Over echt mededogen gesproken
Tijdens een van mijn gesprekken met Ben kwam er een klein jochie naar de getraliede raamopening toe. Heel bedeesd vroeg hij iets aan Ben. Ben wenkte naar mij om eens te komen kijken. Hij liet zien hoe armoedig dat ventje was gekleed en erg schoon was hij ook niet. Ben vertelde dat je aan hem kon zien, hoe arm hij het thuis had. Hij zei: ‘dat ventje vroeg om een kopje suiker, maar hij had geen centjes bij zich. Ik heb het aan hem gegeven, want wat moet ik anders doen, hem wegsturen?’ Toen ik vroeg of hij ooit zijn geld zou terugzien, zei Ben dat hij iedereen uit de omgeving die iets bij hem koopt, kent en vertelde dat, als die mensen wat geld krijgen, zij hem zullen terugbetalen. Een ander verhaal van Ben dat mij tot in mijn ziel raakte, was het volgende. Vijf jaar geleden werden twee broers (geen familieleden) van 5 en 7 jaar oud opeens wezen omdat hun vader, die een Boda Boda was (een taxi service per motorfiets), door een verkeersongeluk overleed. De vrouw van die man was niet hun echte moeder, dus zij besloot er vandoor te gaan. Daar zaten die jongens dan in een vervallen hutje. Ben en Jamin hebben hen onder hun hoede genomen. Zij zijn nu 10 en 12 jaar oud, zitten op school en het gaat goed met ze. Een soortgelijk iets gebeurde met een meisje van 11. Ben stelde zijn vrouw voor om haar in huis te nemen. Hun lemen huisje is net zo klein als dat van Jamin, maar toch hebben ze een kamertje voor haar gemaakt. Modesa is nu 17 jaar oud en het gaat heel goed met haar. Zijn dit geen ontroerende voorbeelden van delen met anderen van het kleine beetje dat zij zelf hebben? Ik moet erbij vermelden dat Jamin deze verhalen, in al de 7 jaren dat wij hem kennen, ons nog nooit heeft verteld!

Waarom hebben wij zo’n groot vertrouwen in Jamin?
Zoals in zijn verhaal staat, kennen wij Jamin al sinds 2008 en is hij tijdens zijn studietijd diverse keren bij ons thuis geweest. Al de jaren dat wij hem nu steunen met zo’n €100 tot €150 per maand, hebben wij hem nooit kunnen betrappen op iets wat later niet waar bleek te zijn. Zoals ik al vertelde heb in mijn carrière veel gereisd en meer dan 60 landen bezocht, waaronder vele derde wereldlanden. Bijna overal loop je tegen corruptie aan. Voor heel arme mensen heb ik daar nog wel begrip voor, want wat moet je wanneer je niets hebt? Maar van tijd tot tijd kom je in die landen ook echte pareltjes van mensen tegen. Jamin is er zo een. Goudeerlijk. Het komt niet in hem op om zich iets toe te eigenen dat niet van hem is. Tijdens een van onze gesprekken vertelde zijn broer Ben mij terloops dat zij als kleine jongetjes, hoe arm zij vroeger ook waren, nooit iets hebben gestolen. Ik vond dat een opmerkelijke uitspraak als je beseft hoeveel honger zij hebben geleden toen zij klein waren.

Wat wij sinds 2015 en in 2016 voor Gertin hebben ondernomen
In augustus 2015 zijn wij begonnen om Jamins verhaal te redigeren en in het Nederlands te vertalen. Zijn verhaal plus de bestanden en foto’s van totaal zo’n 30 pagina’s hebben wij per brief naar al onze persoonlijke contacten en ook naar 25 nationale dag- en streekkranten gestuurd. Helaas heeft geen van deze bladen iets gepubliceerd. Dezelfde informatie stuurden wij ook naar alle grote internationale hulpinstanties. Van de meeste ontvingen wij een beleefd briefje dat zij ons project wel interessant vonden, maar dat zij helaas geen budget (meer) beschikbaar hadden of verzonnen een ander excuus. Alleen ‘de Wilde Ganzen’ nodigde ons uit voor een gesprek in Hilversum. In principe willen zij 2/3 van de benodigde fondsen beschikbaar stellen als wij 1/3 bij elkaar kunnen brengen. Wel stellen zij een aantal voorwaarden waaraan ons project waarschijnlijk niet aan zal kunnen voldoen. Bijvoorbeeld zou er een speciale kliniek moeten worden gebouwd en artsen zouden de mensen met jiggers moeten behandelen, niet leken. In onze ogen kun je dat soort geld beter aan behandelingen uitgeven dan een gebouw neerzetten.

Gezondheidsbeurs
Een lichtpunt in onze brievencampagne was dat wij een gratis stand kregen aangeboden van de Gezondheidsbeurs die in februari 2016 gedurende 4 dagen plaats vond in de RAI in Utrecht. We hebben grote foto’s laten maken over het jigger probleem en, met behulp van een vriend, de stand ingericht. Tijdens de 4 beursdagen hebben een paar andere vrienden ons geholpen om de langskomende mensen over te halen hun e-mailadres achter te laten zodat wij hen naderhand de volledige documentatie konden toesturen. Dat deden uiteindelijk 140 mensen die, een week na de beurs, een persoonlijke e-mail van ons kregen toegestuurd. Eén echtpaar stuurde ons een eenmalige donatie van €500,00. Eén dame, Wilma de Bruin, beloofde om geld in te gaan zamelen tijdens de Nijmeegse vierdaagse die zij in juli 2016 van plan was te gaan lopen. Zij heeft dat inderdaad gedaan en verzamelde €1130,00. Jamin was daar erg blij mee, alhoewel eenmalige donaties, hoe goed ook bedoeld, geen oplossing bieden voor ons meerjarig project met als doel om 22.000 kinderen te genezen van het vreselijke jigger probleem.

Hier heeft Gerard een week lang bij de familie Muliru gewoond. Het huisje bestaat uit een woonkamer en twee slaapkamers, geen keuken, toilet of badkamer.

Jamin Muliru (links) met zijn altijd glimlachende broer Ben. Jamin had speciaal zijn Oranje shirt
aangetrokken dat hij uit Nederland had meegenomen als aandenken.

Het kleine winkeltje van Ben

Onze eenvoudige, maar indrukwekkende,
stand op de Gezondheidsbeurs in de RAI in februari 2016.